Betekenis van het woord "hot dog" in het Nederlands

Wat betekent "hot dog" in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

hot dog

US /ˈhɑːt dɔːɡ/
UK /ˈhɑːt dɔːɡ/
"hot dog" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

hotdog, knakworstbroodje

a frankfurter, especially one served hot in a split bun, often with mustard, relish, or sauerkraut.

Voorbeeld:
I'll have a hot dog with ketchup and mustard.
Ik neem een hotdog met ketchup en mosterd.
We bought hot dogs at the baseball game.
We kochten hotdogs bij de honkbalwedstrijd.
2.

showman, opschepper

a person who performs daring or showy feats, especially in sports.

Voorbeeld:
The surfer was a real hot dog, pulling off incredible tricks on every wave.
De surfer was een echte showman, die ongelooflijke trucs uithaalde op elke golf.
He's a bit of a hot dog on the slopes, always trying to impress.
Hij is een beetje een opschepper op de pistes, altijd proberend indruk te maken.

Uitroep

1.

geweldig, wauw

used as an exclamation of surprise, pleasure, or excitement.

Voorbeeld:
Hot dog! We won the lottery!
Geweldig! We hebben de loterij gewonnen!
Hot dog, that's a beautiful car!
Wauw, dat is een prachtige auto!
Leer dit woord op Lingoland