daredevil

US /ˈderˌdev.əl/
UK /ˈderˌdev.əl/
"daredevil" picture
1.

waaghals, durfal

a reckless person who enjoys doing dangerous things

:
The young daredevil jumped off the cliff with a parachute.
De jonge waaghals sprong met een parachute van de klif.
He's always been a bit of a daredevil, trying extreme sports.
Hij is altijd een beetje een waaghals geweest, die extreme sporten probeert.
1.

waaghalzig, onverschrokken

recklessly bold or adventurous

:
It was a daredevil stunt that amazed the crowd.
Het was een waaghalzige stunt die de menigte verbaasde.
She made a daredevil escape from the burning building.
Ze maakte een waaghalzige ontsnapping uit het brandende gebouw.