happening
US /ˈhæp.ən.ɪŋ/
UK /ˈhæp.ən.ɪŋ/
1.
gebeurtenis, voorval
an event or occurrence
:
•
There's a big happening in the town square tonight.
Er is vanavond een groot evenement op het stadsplein.
•
The art exhibition was quite a happening.
De kunsttentoonstelling was nogal een gebeurtenis.
1.
gaande, aan de gang
currently taking place; in progress
:
•
What's happening with the new project?
Wat is er gaande met het nieuwe project?
•
The concert is happening live right now.
Het concert is nu live aan de gang.