Betekenis van het woord hail in het Nederlands
Wat betekent hail in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
hail
US /heɪl/
UK /heɪl/

Zelfstandig Naamwoord
1.
hagel
pellets of frozen rain falling in showers from cumulonimbus clouds
Voorbeeld:
•
The sudden hail storm damaged the crops.
De plotselinge hagelstorm beschadigde de gewassen.
•
We took shelter as the hail started to fall.
We zochten beschutting toen de hagel begon te vallen.
Synoniem:
2.
begroeting, roep
a loud cry of greeting or welcome
Voorbeeld:
•
A chorus of hails greeted the returning hero.
Een koor van begroetingen begroette de terugkerende held.
•
He gave a loud hail to get their attention.
Hij gaf een luide roep om hun aandacht te trekken.
Synoniem:
Werkwoord
1.
hagelen
to fall as hail
Voorbeeld:
•
It started to hail heavily, forcing us indoors.
Het begon hevig te hagelen, waardoor we naar binnen moesten.
•
The forecast says it might hail tomorrow.
De voorspelling zegt dat het morgen zou kunnen hagelen.
2.
3.
Uitroep
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: