Betekenis van het woord great-grandparent in het Nederlands
Wat betekent great-grandparent in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
great-grandparent
US /ˌɡreɪtˈɡræn.per.ənt/
UK /ˌɡreɪtˈɡræn.per.ənt/

Zelfstandig Naamwoord
1.
overgrootouder
a parent of one's grandparent; a grandparent's parent
Voorbeeld:
•
My great-grandparent lived to be 100 years old.
Mijn overgrootouder werd 100 jaar oud.
•
She inherited a valuable heirloom from her great-grandparent.
Ze erfde een waardevol erfstuk van haar overgrootouder.
Leer dit woord op Lingoland