Betekenis van het woord grandparent in het Nederlands

Wat betekent grandparent in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

grandparent

US /ˈɡræn.per.ənt/
UK /ˈɡræn.per.ənt/
"grandparent" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

grootouder, grootouders

a parent of one's father or mother; a grandmother or grandfather.

Voorbeeld:
My grandparents are visiting us next week.
Mijn grootouders komen volgende week op bezoek.
She loves spending time with her grandparents.
Ze brengt graag tijd door met haar grootouders.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: