graduate
US /ˈɡrædʒ.u.ət/
UK /ˈɡrædʒ.u.ət/

1.
afgestudeerde, gediplomeerde
a person who has successfully completed a course of study or received a degree from a school, college, or university
:
•
She is a recent graduate of Harvard University.
Zij is een recente afgestudeerde van Harvard University.
•
The company prefers to hire college graduates.
Het bedrijf geeft er de voorkeur aan om universitaire afgestudeerden aan te nemen.
1.
2.
doorstromen, promoveren
to move up to a more advanced level or stage
:
•
After mastering basic skills, he will graduate to more complex tasks.
Na het beheersen van basisvaardigheden zal hij doorstromen naar complexere taken.
•
The company decided to graduate the new product to full production.
Het bedrijf besloot het nieuwe product naar volledige productie te promoveren.