get a free pass
US /ɡɛt ə fri pæs/
UK /ɡɛt ə fri pæs/

1.
een vrijbrief krijgen, ergens onderuit komen
to be allowed to do something or to avoid something unpleasant that other people are not allowed to avoid
:
•
He always seems to get a free pass when he breaks the rules.
Hij lijkt altijd een vrijbrief te krijgen als hij de regels overtreedt.
•
Just because you're new doesn't mean you get a free pass on responsibilities.
Alleen omdat je nieuw bent, betekent niet dat je een vrijbrief krijgt voor verantwoordelijkheden.