gateway
US /ˈɡeɪt.weɪ/
UK /ˈɡeɪt.weɪ/
1.
poort, toegang
an opening in a wall or fence that can be closed by a gate
:
•
The old stone gateway led to a beautiful garden.
De oude stenen poort leidde naar een prachtige tuin.
•
They passed through the ornate gateway into the palace grounds.
Ze passeerden de sierlijke poort naar het paleisterrein.
2.
toegangspoort, middel, weg
a means of access or a point of entry to something larger or more significant
:
•
This city is often called the gateway to the West.
Deze stad wordt vaak de toegangspoort tot het Westen genoemd.
•
Education is the gateway to opportunity.
Onderwijs is de toegangspoort tot kansen.
3.
gateway, netwerkpoort
a device that connects two different computer networks or systems, especially a router or server
:
•
The network gateway filters traffic between the local network and the internet.
De netwerkgateway filtert verkeer tussen het lokale netwerk en internet.
•
You need to configure the default gateway settings for your router.
U moet de standaard gateway-instellingen voor uw router configureren.