gang up

US /ɡæŋ ʌp/
UK /ɡæŋ ʌp/
"gang up" picture
1.

samenspannen tegen, aanvallen

to form a group to attack or oppose someone

:
The older kids used to gang up on him in the playground.
De oudere kinderen wilden hem vroeger aanvallen op de speelplaats.
Don't let them gang up on you; stand your ground.
Laat ze je niet aanvallen; blijf standvastig.