freelance
US /ˈfriː.læns/
UK /ˈfriː.læns/

1.
freelance, zelfstandig
working for different companies at different times rather than being permanently employed by one company
:
•
She works as a freelance graphic designer.
Ze werkt als freelance grafisch ontwerper.
•
Many journalists are now choosing to go freelance.
Veel journalisten kiezen er nu voor om freelance te gaan werken.
1.
freelancer, zelfstandige
a person who works freelance
:
•
He's a successful freelance.
Hij is een succesvolle freelancer.
•
The company often hires freelances for specific projects.
Het bedrijf huurt vaak freelancers in voor specifieke projecten.
1.
freelancen, zelfstandig werken
work as a freelance
:
•
After gaining experience, she decided to freelance.
Na ervaring te hebben opgedaan, besloot ze te freelancen.
•
He plans to freelance for a few years before starting his own company.
Hij is van plan om een paar jaar te freelancen voordat hij zijn eigen bedrijf start.