Betekenis van het woord fluke in het Nederlands

Wat betekent fluke in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

fluke

US /fluːk/
UK /fluːk/
"fluke" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

mazzel, toevalstreffer

an unlikely chance occurrence, especially a surprising piece of luck

Voorbeeld:
His winning the lottery was a complete fluke.
Zijn loterijwinst was een complete mazzel.
It was a fluke that we met at the airport.
Het was een toevalstreffer dat we elkaar op het vliegveld ontmoetten.
2.

weerhaak, vishaak

the barbed head of a harpoon or an arrow

Voorbeeld:
The hunter sharpened the fluke of his harpoon.
De jager slijpte de vishaak van zijn harpoen.
The arrow's fluke ensured it would not easily pull out.
De weerhaak van de pijl zorgde ervoor dat hij er niet gemakkelijk uitgetrokken kon worden.
3.

bot, trematode

a parasitic flatworm, especially a trematode

Voorbeeld:
The sheep was infected with liver fluke.
Het schaap was besmet met leverbot.
Scientists are studying the life cycle of the blood fluke.
Wetenschappers bestuderen de levenscyclus van de bloedbot.
4.

staartvin, walvisstaart

the broad, triangular end of a whale's tail

Voorbeeld:
The whale slapped its powerful fluke on the water.
De walvis sloeg zijn krachtige staartvin op het water.
Each whale's fluke has unique markings, like a fingerprint.
Elke walvisstaart heeft unieke markeringen, zoals een vingerafdruk.

Werkwoord

1.

toevallig slagen, mazzel hebben

to achieve something by luck rather than skill

Voorbeeld:
He just fluked his way into the final round.
Hij kwam toevallig in de finale.
She fluked a perfect score on the test.
Ze haalde toevallig een perfecte score op de test.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: