Betekenis van het woord fact in het Nederlands
Wat betekent fact in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
fact
US /fækt/
UK /fækt/
Zelfstandig Naamwoord
1.
feit, gegeven
a thing that is known or proved to be true
Voorbeeld:
•
It's a well-known fact that the Earth revolves around the Sun.
Het is een bekend feit dat de aarde om de zon draait.
•
Please stick to the facts and avoid speculation.
Houd u alstublieft aan de feiten en vermijd speculatie.
2.
informatie, gegevens
information used as evidence or as part of a report or news article
Voorbeeld:
•
The detective gathered all the relevant facts for the case.
De detective verzamelde alle relevante feiten voor de zaak.
•
The report presented a clear set of facts about the incident.
Het rapport presenteerde een duidelijke reeks feiten over het incident.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: