fact-check
US /ˈfækt.tʃek/
UK /ˈfækt.tʃek/
1.
factchecken, feiten controleren
investigate (something) to verify the facts
:
•
Journalists must always fact-check their sources before publishing.
Journalisten moeten altijd hun bronnen factchecken voordat ze publiceren.
•
It's important to fact-check information found on social media.
Het is belangrijk om informatie op sociale media te factchecken.
1.
factcheck, feitencontrole
the process of investigating information to verify its accuracy
:
•
The article underwent a rigorous fact-check before publication.
Het artikel onderging een strenge factcheck voor publicatie.
•
Good journalism relies on thorough fact-check.
Goede journalistiek is gebaseerd op grondige factcheck.