eye
US /aɪ/
UK /aɪ/

1.
2.
oog, opening
a small, round hole or opening, especially one for a needle or hook
:
•
Thread the needle through the eye.
Rijg de draad door het oog van de naald.
•
The hook has a small eye for attaching the line.
De haak heeft een klein oog om de lijn aan te bevestigen.