explain away
US /ɪkˈspleɪn əˈweɪ/
UK /ɪkˈspleɪn əˈweɪ/

1.
wegverklaren, goedpraten
to account for something in a way that makes it seem less serious or bad
:
•
He tried to explain away his absence by saying he was sick.
Hij probeerde zijn afwezigheid weg te verklaren door te zeggen dat hij ziek was.
•
Her strange behavior couldn't be explained away easily.
Haar vreemde gedrag kon niet gemakkelijk wegverklaard worden.