experiment

US /ɪkˈsper.ə.mənt/
UK /ɪkˈsper.ə.mənt/
"experiment" picture
1.

experiment, proef

a scientific procedure undertaken to make a discovery, test a hypothesis, or demonstrate a known fact

:
The scientists conducted an experiment to test their new theory.
De wetenschappers voerden een experiment uit om hun nieuwe theorie te testen.
The results of the experiment were surprising.
De resultaten van het experiment waren verrassend.
2.

experiment, proef, uitprobeersel

a course of action adopted without being sure of the outcome

:
Moving to a new city was a big experiment for her.
Verhuizen naar een nieuwe stad was een groot experiment voor haar.
Their new marketing strategy is an experiment to see what works best.
Hun nieuwe marketingstrategie is een experiment om te zien wat het beste werkt.
1.

experimenteren, uitproberen

perform a scientific experiment or series of experiments

:
The researchers will experiment with different chemicals.
De onderzoekers zullen experimenteren met verschillende chemicaliën.
She likes to experiment with new recipes in the kitchen.
Ze houdt ervan om te experimenteren met nieuwe recepten in de keuken.