Betekenis van het woord epidemic in het Nederlands
Wat betekent epidemic in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
epidemic
US /ˌep.əˈdem.ɪk/
UK /ˌep.əˈdem.ɪk/

Zelfstandig Naamwoord
1.
epidemie, uitbraak
a widespread occurrence of an infectious disease in a community at a particular time
Voorbeeld:
•
The city is facing an epidemic of flu cases.
De stad wordt geconfronteerd met een epidemie van griepgevallen.
•
Measures were taken to control the cholera epidemic.
Er werden maatregelen genomen om de cholera-epidemie te beheersen.
2.
snelle verspreiding, plaag
a rapid spread or growth of something undesirable
Voorbeeld:
•
There's an epidemic of obesity in many developed countries.
Er is een epidemie van obesitas in veel ontwikkelde landen.
•
The rise in cyberbullying has become an epidemic among teenagers.
De toename van cyberpesten is een epidemie geworden onder tieners.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
epidemisch, wijdverspreid
of the nature of an epidemic; widespread
Voorbeeld:
•
The problem has reached epidemic proportions.
Het probleem heeft epidemische proporties aangenomen.
•
Drug abuse is becoming an epidemic issue in society.
Drugsmisbruik wordt een epidemisch probleem in de samenleving.
Leer dit woord op Lingoland