edifice

US /ˈed.ə.fɪs/
UK /ˈed.ə.fɪs/
"edifice" picture
1.

bouwwerk, gebouw

a building, especially a large, imposing one

:
The ancient edifice stood majestically on the hill.
Het oude bouwwerk stond majestueus op de heuvel.
The new museum is a modern edifice of glass and steel.
Het nieuwe museum is een modern bouwwerk van glas en staal.
2.

bouwwerk, structuur, systeem

a complex system of beliefs

:
The entire edifice of his argument collapsed under scrutiny.
Het hele bouwwerk van zijn argument stortte in onder nauwkeurig onderzoek.
The legal edifice of the country was built on centuries of tradition.
Het juridische bouwwerk van het land was gebouwd op eeuwenlange traditie.