Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord dream in het Nederlands

Wat betekent dream in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

dream

US /driːm/
UK /driːm/
"dream" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

droom

a series of thoughts, images, and sensations occurring in a person's mind during sleep

Voorbeeld:
•
I had a strange dream last night.
Ik had een vreemde droom gisteravond.
•
She often has vivid dreams.
Ze heeft vaak levendige dromen.
Synoniem:
visionfantasynightmare
2.

droom, aspiratie, ideaal

a cherished aspiration, ambition, or ideal

Voorbeeld:
•
It's my dream to travel the world.
Het is mijn droom om de wereld rond te reizen.
•
She worked hard to achieve her dream of becoming a doctor.
Ze werkte hard om haar droom om dokter te worden te verwezenlijken.
Synoniem:
ambitiongoalhopeaspirationvision

Werkwoord

1.

dromen

experience a series of thoughts, images, and sensations during sleep

Voorbeeld:
•
I often dream about flying.
Ik droom vaak over vliegen.
•
Did you dream anything interesting last night?
Heb je gisteravond iets interessants gedroomd?
Synoniem:
imaginefantasizedaydream
2.

dromen, aspireren

to imagine or contemplate the possibility of something; to have an ambition or aspiration

Voorbeeld:
•
I never dreamed I'd be here today.
Ik had nooit gedroomd dat ik hier vandaag zou zijn.
•
She dreams of a better future for her children.
Ze droomt van een betere toekomst voor haar kinderen.
Synoniem:
aspirehopewishlongyearn
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
dream up