disprove
US /dɪˈspruːv/
UK /dɪˈspruːv/

1.
weerleggen, ontkrachten
prove that (something) is false
:
•
The new evidence helped to disprove the old theory.
Het nieuwe bewijs hielp om de oude theorie te weerleggen.
•
It's difficult to disprove a claim without solid evidence.
Het is moeilijk om een bewering te weerleggen zonder solide bewijs.