disadvantaged
US /ˌdɪs.ədˈvæn.t̬ɪdʒd/
UK /ˌdɪs.ədˈvæn.t̬ɪdʒd/

1.
kansarm, achtergesteld, benadeeld
in an unfavorable, inferior, or deprived position
:
•
The program aims to help disadvantaged children.
Het programma is gericht op het helpen van kansarme kinderen.
•
They come from a disadvantaged background.
Ze komen uit een achtergestelde achtergrond.