diagnostic
US /ˌdaɪ.əɡˈnɑː.stɪk/
UK /ˌdaɪ.əɡˈnɑː.stɪk/
1.
diagnostisch
concerned with the diagnosis of illness or other problems
:
•
The doctor ordered several diagnostic tests.
De dokter bestelde verschillende diagnostische tests.
•
Early diagnostic tools are crucial for effective treatment.
Vroege diagnostische hulpmiddelen zijn cruciaal voor effectieve behandeling.
1.
diagnostiek, diagnostisch middel
a diagnostic symptom or characteristic
:
•
The presence of this specific protein is a key diagnostic for the disease.
De aanwezigheid van dit specifieke eiwit is een belangrijke diagnostiek voor de ziekte.
•
The software includes a powerful diagnostic to identify system errors.
De software bevat een krachtige diagnostiek om systeemfouten te identificeren.