emotional
US /ɪˈmoʊ.ʃən.əl/
UK /ɪˈmoʊ.ʃən.əl/

1.
emotioneel
relating to emotions
:
•
She's going through a difficult emotional period.
Ze maakt een moeilijke emotionele periode door.
•
His decision was based on emotional rather than logical reasons.
Zijn beslissing was gebaseerd op emotionele in plaats van logische redenen.
2.
emotioneel, gevoelig
arousing or characterized by intense feeling
:
•
The movie had a very emotional ending.
De film had een zeer emotioneel einde.
•
He became very emotional when talking about his past.
Hij werd erg emotioneel toen hij over zijn verleden sprak.