dejected
US /dɪˈdʒek.tɪd/
UK /dɪˈdʒek.tɪd/

1.
neerslachtig, gedeprimeerd
sad and depressed; dispirited.
:
•
He was dejected after losing the game.
Hij was neerslachtig na het verliezen van de wedstrijd.
•
The team looked dejected as they walked off the field.
Het team zag er neerslachtig uit toen ze van het veld liepen.