decompose
US /ˌdiː.kəmˈpoʊz/
UK /ˌdiː.kəmˈpoʊz/
1.
ontbinden, vergaan
to decay or to cause something to decay
:
•
The organic matter began to decompose rapidly.
De organische stof begon snel te ontbinden.
•
Bacteria and fungi help to decompose dead plants and animals.
Bacteriën en schimmels helpen dode planten en dieren te ontbinden.
2.
ontleden, splitsen
to separate or be separated into simpler parts or elements
:
•
The complex problem can be decomposed into smaller, manageable sub-problems.
Het complexe probleem kan worden ontleed in kleinere, beheersbare deelproblemen.
•
The scientist tried to decompose the chemical compound into its basic elements.
De wetenschapper probeerde de chemische verbinding te ontleden in zijn basiselementen.