cowboy

US /ˈkaʊ.bɔɪ/
UK /ˈkaʊ.bɔɪ/
"cowboy" picture
1.

cowboy

a man, typically one who rides a horse and tends cattle, especially in the American West.

:
•
The cowboy expertly roped the calf.
De cowboy ving behendig het kalf met een lasso.
•
He dressed up as a cowboy for the party.
Hij verkleedde zich als een cowboy voor het feest.
:
rancherherdsmandrover
2.

roekeloos persoon, onverantwoordelijk persoon

a reckless or irresponsible person, especially in business or politics.

:
•
He's a real financial cowboy, taking huge risks with other people's money.
Hij is een echte financiële cowboy, die enorme risico's neemt met andermans geld.
•
The company was run by a bunch of marketing cowboys.
Het bedrijf werd gerund door een stel marketingcowboys.
:
recklessirresponsiblemaverickdaredeviladventurer
:
cowboy hatcowboy boot