corrupt

US /kəˈrʌpt/
UK /kəˈrʌpt/
"corrupt" picture
1.

corrupt, omkoopbaar

having or showing a willingness to act dishonestly in return for money or personal gain

:
•
The politician was accused of being corrupt.
De politicus werd beschuldigd van corruptie.
•
A corrupt system allows for widespread bribery.
Een corrupt systeem maakt wijdverspreide omkoping mogelijk.
:
dishonestunscrupulousunprincipledimmoralvenal
2.

bedorven, verrot

decayed or rotten

:
•
The old wood was corrupt and crumbling.
Het oude hout was verrot en verkruimelde.
•
The meat was corrupt and smelled terrible.
Het vlees was bedorven en stonk vreselijk.
:
rottendecayedputridspoiledtainted
1.

corrumperen, bederven

cause or allow to become morally depraved

:
•
Power can corrupt even the best of intentions.
Macht kan zelfs de beste intenties corrumperen.
•
His bad influence began to corrupt the younger students.
Zijn slechte invloed begon de jongere studenten te corrumperen.
:
depravedebasepervertdemoralizedegrade
2.

beschadigen, corrumperen

alter (information or data) fraudulently or erroneously

:
•
A virus can corrupt your computer files.
Een virus kan uw computerbestanden beschadigen.
•
The data was corrupted during transmission.
De gegevens werden beschadigd tijdens de overdracht.
:
damagespoilfalsifydistorttamper with
:
corruption