conceit
US /kənˈsiːt/
UK /kənˈsiːt/

1.
2.
gedachte, beeldspraak
a fanciful notion; an elaborate or fanciful metaphor, especially in poetry
:
•
The poet used a complex conceit to describe love as a journey.
De dichter gebruikte een complexe beeldspraak om liefde als een reis te beschrijven.
•
His argument was based on a clever but ultimately flawed conceit.
Zijn argument was gebaseerd op een slimme maar uiteindelijk gebrekkige gedachte.