narcissism
US /ˈnɑːr.sə.sɪ.zəm/
UK /ˈnɑːr.sə.sɪ.zəm/

1.
narcisme, zelfverheerlijking
excessive interest in or admiration of oneself and one's physical appearance.
:
•
His extreme narcissism made it difficult for him to empathize with others.
Zijn extreme narcisme maakte het moeilijk voor hem om zich in anderen in te leven.
•
The artist's work often reflected a deep sense of narcissism.
Het werk van de kunstenaar weerspiegelde vaak een diep gevoel van narcisme.
2.
narcisme, narcistische persoonlijkheidsstoornis
a psychological condition characterized by a grandiose sense of self-importance and a need for excessive admiration.
:
•
Diagnosing narcissism requires careful psychological evaluation.
Het diagnosticeren van narcisme vereist een zorgvuldige psychologische evaluatie.
•
People with pathological narcissism often struggle with relationships.
Mensen met pathologisch narcisme worstelen vaak met relaties.