complement
US /ˈkɑːm.plə.ment/
UK /ˈkɑːm.plə.ment/
1.
aanvulling, complement
a thing that completes or brings to perfection
:
•
The wine was a perfect complement to the meal.
De wijn was een perfecte aanvulling op de maaltijd.
•
Her skills complement his perfectly.
Haar vaardigheden vullen de zijne perfect aan.
2.
volledig aantal, volledige set
the number or quantity of something, especially that needed to make a group complete
:
•
The ship has a full complement of crew.
Het schip heeft een volledige bemanning.
•
We need a full complement of players for the team.
We hebben een volledig aantal spelers nodig voor het team.
1.
aanvullen, completeren
add to (something) in a way that enhances or improves it; make perfect
:
•
The new curtains complement the room's decor beautifully.
De nieuwe gordijnen vullen het interieur van de kamer prachtig aan.
•
The different flavors complement each other well in this dish.
De verschillende smaken vullen elkaar goed aan in dit gerecht.