come upon

US /kʌm əˈpɑːn/
UK /kʌm əˈpɑːn/
"come upon" picture
1.

stuiten op, tegenkomen, vinden

to find or meet by chance

:
I came upon an old photo album while cleaning the attic.
Ik stuitte op een oud fotoalbum tijdens het schoonmaken van de zolder.
As we walked through the forest, we suddenly came upon a hidden waterfall.
Terwijl we door het bos liepen, kwamen we plotseling een verborgen waterval tegen.
2.

overvallen, bekruipen, treffen

to attack or affect suddenly and unexpectedly

:
A sudden storm came upon them while they were hiking.
Een plotselinge storm overviel hen terwijl ze aan het wandelen waren.
A feeling of dread came upon him as he entered the old house.
Een gevoel van angst bekroop hem toen hij het oude huis binnenging.