come before

US /kʌm bɪˈfɔːr/
UK /kʌm bɪˈfɔːr/
"come before" picture
1.

voorgaan op, belangrijker zijn dan

to be more important than something else

:
Safety should always come before speed.
Veiligheid moet altijd voor snelheid gaan.
His family will always come before his career.
Zijn familie zal altijd voor zijn carrière gaan.
2.

voorafgaan aan, eerder komen dan

to happen or exist earlier than something else

:
The invention of the wheel came before written language.
De uitvinding van het wiel kwam voor de geschreven taal.
In the alphabet, 'B' comes before 'C'.
In het alfabet komt 'B' voor 'C'.