precede
US /priːˈsiːd/
UK /priːˈsiːd/

1.
voorafgaan aan, voorafgaan
come before (something) in time
:
•
A short speech will precede the awards ceremony.
Een korte toespraak zal de prijsuitreiking voorafgaan.
•
The dark clouds preceded the storm.
De donkere wolken gingen vooraf aan de storm.
2.
voorafgaan aan, voorgaan
come before in order or position
:
•
The letter 'A' precedes 'B' in the alphabet.
De letter 'A' gaat vooraf aan 'B' in het alfabet.
•
The general preceded his troops into battle.
De generaal ging zijn troepen voor in de strijd.