chip in
US /tʃɪp ɪn/
UK /tʃɪp ɪn/

1.
bijdragen, meedoen
contribute something, especially money, to a joint fund or effort
:
•
Everyone decided to chip in for a gift for the boss.
Iedereen besloot mee te doen voor een cadeau voor de baas.
•
If we all chip in, we can finish this project faster.
Als we allemaal meewerken, kunnen we dit project sneller afronden.