chairman
US /ˈtʃer.mən/
UK /ˈtʃer.mən/
1.
voorzitter
a person chosen to preside over a meeting, committee, or board
:
•
The chairman opened the meeting with a brief introduction.
De voorzitter opende de vergadering met een korte introductie.
•
She was elected as the new chairman of the committee.
Zij werd gekozen als de nieuwe voorzitter van de commissie.
1.
voorzitten
to preside over a meeting or organization
:
•
He will chairman the next board meeting.
Hij zal de volgende bestuursvergadering voorzitten.
•
The committee decided to chairman the discussion on new policies.
De commissie besloot de discussie over nieuw beleid te voorzitten.