ceiling

US /ˈsiː.lɪŋ/
UK /ˈsiː.lɪŋ/
"ceiling" picture
1.

plafond

the upper interior surface of a room or other similar compartment

:
•
The room has a high ceiling.
De kamer heeft een hoog plafond.
•
She painted the ceiling white.
Ze schilderde het plafond wit.
:
roofoverhead
2.

plafond, limiet

an upper limit, typically one set by regulation

:
•
The government imposed a price ceiling on essential goods.
De regering legde een prijsplafond op voor essentiële goederen.
•
There's no ceiling on how much you can achieve.
Er is geen limiet aan wat je kunt bereiken.
:
limitcapmaximumupper limitrestriction
:
glass ceiling