Betekenis van het woord but in het Nederlands

Wat betekent but in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

but

US /bʌt/
UK /bʌt/
"but" picture

Voegwoord

1.

maar

used to introduce a contrasting statement or clause

Voorbeeld:
He is small, but strong.
Hij is klein, maar sterk.
I wanted to go, but I was too tired.
Ik wilde gaan, maar ik was te moe.
2.

dan, behalve

used to indicate the impossibility of anything other than what is being stated

Voorbeeld:
There's nothing but trouble with that car.
Er is niets dan problemen met die auto.
She does nothing but complain.
Ze doet niets dan klagen.

Voorzetsel

1.

behalve, dan

except; apart from

Voorbeeld:
Everyone but John was there.
Iedereen behalve John was er.
I had no choice but to agree.
Ik had geen andere keuze dan akkoord te gaan.

Bijwoord

1.

slechts, alleen

only; no more than

Voorbeeld:
He's but a child.
Hij is slechts een kind.
I can but try.
Ik kan alleen maar proberen.

Zelfstandig Naamwoord

1.

mits, maar

a condition or limitation

Voorbeeld:
There are no ifs, ands, or buts about it.
Er zijn geen mitsen en maren.
He accepted the offer without any buts.
Hij accepteerde het aanbod zonder enige mitsen.
Leer dit woord op Lingoland