qualification

US /ˌkwɑː.lə.fəˈkeɪ.ʃən/
UK /ˌkwɑː.lə.fəˈkeɪ.ʃən/
"qualification" picture
1.

kwalificatie, diploma, bekwaamheid

a pass of an examination or an official completion of a course, especially one that shows you have a particular level of knowledge or skill

:
She has excellent academic qualifications.
Ze heeft uitstekende academische kwalificaties.
What qualifications do you have for this job?
Welke kwalificaties heb je voor deze baan?
2.

voorwaarde, eis

a condition or standard that must be met

:
Meeting the safety qualifications is mandatory.
Voldoen aan de veiligheidseisen is verplicht.
The new regulations include several qualifications for eligibility.
De nieuwe voorschriften bevatten verschillende voorwaarden voor geschiktheid.
3.

voorbehoud, nuancering

a statement or clause that limits or modifies the meaning of something

:
His acceptance was given with the qualification that he would not work weekends.
Zijn acceptatie werd gegeven met de voorwaarde dat hij in het weekend niet zou werken.
The statement was made without any qualification.
De verklaring werd zonder enige nuancering gedaan.