Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord brood in het Nederlands

Wat betekent brood in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

brood

US /bruːd/
UK /bruːd/
"brood" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

broedsel, kroost

a family of young animals, especially birds, produced at one hatching or birth

Voorbeeld:
•
The hen led her brood of chicks across the yard.
De hen leidde haar broedsel kuikens over het erf.
•
A large brood of ducklings followed their mother.
Een grote broedsel eendjes volgde hun moeder.
Synoniem:
offspringyounglitterhatchclutch

Werkwoord

1.

piekeren, tobben, grubbelen

think deeply about something that makes one unhappy, angry, or worried

Voorbeeld:
•
She would often brood over her past mistakes.
Ze zou vaak piekeren over haar fouten uit het verleden.
•
Don't just sit there and brood; do something about it!
Ga niet alleen zitten piekeren; doe er iets aan!
Synoniem:
museponderruminatedwell onfret
2.

broeden

(of a bird) sit on eggs to hatch them

Voorbeeld:
•
The hen began to brood her eggs.
De hen begon haar eieren te broeden.
•
It takes several weeks for the birds to brood successfully.
Het duurt enkele weken voordat de vogels succesvol broeden.
Synoniem:
hatchincubatesit on
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
brood mare