ruminate

US /ˈruː.mə.neɪt/
UK /ˈruː.mə.neɪt/
"ruminate" picture
1.

piekeren, overdenken

think deeply about something

:
She spent hours ruminating on the meaning of life.
Ze bracht uren door met piekeren over de zin van het leven.
He needed time to ruminate on the offer before making a decision.
Hij had tijd nodig om over het aanbod te piekeren voordat hij een beslissing nam.
2.

herkauwen

(of a ruminant) chew the cud

:
Cows ruminate for hours each day.
Koeien herkauwen urenlang elke dag.
The sheep were quietly ruminating in the field.
De schapen waren rustig aan het herkauwen in het veld.