bring the house down
US /brɪŋ ðə haʊs daʊn/
UK /brɪŋ ðə haʊs daʊn/
1.
het huis naar beneden halen, het publiek in extase brengen
to make an audience laugh or applaud very enthusiastically
:
•
The comedian's final joke really brought the house down.
De laatste grap van de komiek bracht het huis naar beneden.
•
Her performance was so amazing, she brought the house down with a standing ovation.
Haar optreden was zo geweldig, ze bracht het huis naar beneden met een staande ovatie.