Betekenis van het woord brake in het Nederlands
Wat betekent brake in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
brake
US /breɪk/
UK /breɪk/
Zelfstandig Naamwoord
1.
rem
a device for slowing or stopping a moving vehicle, typically by applying pressure to the wheels
Voorbeeld:
•
She pressed the brake pedal firmly.
Ze drukte het rempedaal stevig in.
•
The car's brakes squealed as it came to a sudden stop.
De remmen van de auto gilden toen hij plotseling tot stilstand kwam.
Werkwoord
1.
remmen
to slow down or stop a vehicle by using a brake
Voorbeeld:
•
He had to brake suddenly to avoid hitting the deer.
Hij moest plotseling remmen om de hert niet te raken.
•
The driver failed to brake in time and caused an accident.
De bestuurder slaagde er niet in op tijd te remmen en veroorzaakte een ongeluk.
Leer dit woord op Lingoland