Betekenis van het woord beefsteak in het Nederlands
Wat betekent beefsteak in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
beefsteak
US /ˈbiːf.steɪk/
UK /ˈbiːf.steɪk/
Zelfstandig Naamwoord
1.
biefstuk
a thick slice of beef, typically grilled or fried.
Voorbeeld:
•
He ordered a large beefsteak with mashed potatoes.
Hij bestelde een grote biefstuk met aardappelpuree.
•
The restaurant is famous for its tender beefsteak.
Het restaurant staat bekend om zijn malse biefstuk.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: