bear on

US /ber ɑːn/
UK /ber ɑːn/
"bear on" picture
1.

betrekking hebben op, van invloed zijn op

to be relevant to or have a connection with (something)

:
His past experience doesn't bear on his current job performance.
Zijn vroegere ervaring heeft geen betrekking op zijn huidige werkprestaties.
These new findings bear on the theory we discussed earlier.
Deze nieuwe bevindingen hebben betrekking op de theorie die we eerder bespraken.