based
US / -beɪst/
UK / -beɪst/
1.
gevestigd, gebaseerd
having a particular place as the main place of work or activity
:
•
The company is based in London.
Het bedrijf is gevestigd in Londen.
•
He is based at the main office.
Hij is gevestigd op het hoofdkantoor.
2.
gebaseerd op, gegrond op
using something as the foundation or starting point for something else
:
•
The movie is based on a true story.
De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
•
Her argument was based on solid evidence.
Haar argument was gebaseerd op solide bewijs.
1.
baseren, gronden
to use something as the foundation for something else
:
•
The architect will base his design on the client's preferences.
De architect zal zijn ontwerp baseren op de voorkeuren van de klant.
•
We need to base our decisions on accurate data.
We moeten onze beslissingen baseren op nauwkeurige gegevens.