barbaric
US /bɑːrˈber.ɪk/
UK /bɑːrˈber.ɪk/

1.
barbaars, wreed
savagely cruel or uncivilized
:
•
The ancient tribe was known for its barbaric rituals.
De oude stam stond bekend om zijn barbaarse rituelen.
•
Such barbaric acts cannot be tolerated in modern society.
Zulke barbaarse daden kunnen in de moderne samenleving niet worden getolereerd.
2.
primitief, onbeschaafd
primitive and unsophisticated
:
•
The architecture of the ancient ruins seemed quite barbaric compared to modern designs.
De architectuur van de oude ruïnes leek nogal barbaars vergeleken met moderne ontwerpen.
•
His manners were considered barbaric by the sophisticated city dwellers.
Zijn manieren werden door de verfijnde stadbewoners als barbaars beschouwd.