angular

US /ˈæŋ.ɡjə.lɚ/
UK /ˈæŋ.ɡjə.lɚ/
"angular" picture
1.

hoekig, kantig

having sharp corners or angles

:
The modern building had a very angular design.
Het moderne gebouw had een zeer hoekig ontwerp.
His face was thin and angular, with prominent cheekbones.
Zijn gezicht was dun en hoekig, met prominente jukbeenderen.
2.

mager, hoekig

thin and bony, with prominent angles

:
The old man's face was gaunt and angular.
Het gezicht van de oude man was mager en hoekig.
Her movements were stiff and angular, not graceful.
Haar bewegingen waren stijf en hoekig, niet gracieus.
3.

hoekig, hoek-

measured in terms of an angle

:
The telescope has a wide angular field of view.
De telescoop heeft een breed hoekig gezichtsveld.
We calculated the angular velocity of the rotating object.
We berekenden de hoeksnelheid van het roterende object.