lanky
US /ˈlæŋ.ki/
UK /ˈlæŋ.ki/

1.
lang en mager, slungelig
tall, thin, and ungainly
:
•
The lanky teenager tripped over his own feet.
De lange, magere tiener struikelde over zijn eigen voeten.
•
He had a lanky build, making him stand out in the crowd.
Hij had een lange, magere bouw, waardoor hij opviel in de menigte.