alien

US /ˈeɪ.li.ən/
UK /ˈeɪ.li.ən/
"alien" picture
1.

vreemdeling, buitenlander

a foreigner, especially one who is not a naturalized citizen of the country where they are living

:
The government has strict laws regarding alien residents.
De overheid heeft strenge wetten met betrekking tot buitenlandse ingezetenen.
He felt like an alien in his new school.
Hij voelde zich een buitenstaander op zijn nieuwe school.
2.

alien, buitenaards wezen

a hypothetical or fictional being from another world; an extraterrestrial

:
The movie featured a friendly alien.
De film bevatte een vriendelijke alien.
Scientists are searching for signs of alien life.
Wetenschappers zoeken naar tekenen van buitenaards leven.
1.

vreemd, onbekend

unfamiliar and disturbing or distasteful

:
The concept of absolute freedom was alien to him.
Het concept van absolute vrijheid was hem vreemd.
His behavior was completely alien to his usual character.
Zijn gedrag was volkomen vreemd aan zijn gebruikelijke karakter.
2.

vreemd, buitenlands

belonging to a foreign country or nation

:
The company deals with alien currencies.
Het bedrijf handelt in vreemde valuta.
They discussed the impact of alien cultures on local traditions.
Ze bespraken de impact van vreemde culturen op lokale tradities.